|
Kleine aardappelbovist
(Scleroderma areolatum)
NMV Ga 228010
Deze website richt zich primair op de groot-regio Amsterdam, en het Gooi
Foto:
Kleine aardappelbovist
28 okt 2010
park Spoorzicht, Diemen
|
Veldkenmerken Kleine aardappelbovist: (Scleroderma areolatum)
Heeft een dunne schil (<=1 mm). De opperhuid verkleurt rood bij krabben (mits vers).
Heeft kleine aanliggende schubjes, met daar omheen gele ringetjes, het zogenaamde pantervelletje.
Het is een kleine soort met een kleine steel, en die komt alleen voor in de herfst (circa sep-nov).
De soort kan zeer groot worden, groter zelfs dan een kleine Gele aardappelbovist,
maar meestal is het een dingetje van 1-2 cm doorsnee. Als je hem halveert, kleurt het vlees rood, vooral aan de basis.
Daar moet je dan wel doorheen snijden. Meestal verkleurt de kleine niet meer na lage nachttemperaturen.
John Reijders, in Champignons in de Jordaan, 1999, 160, schrijft over de aardappelbovist-soorten
"Afgaande op de namen lijkt het eenvoudig om de (...) soorten uit elkaar te houden: geel, wortelend, klein en kaal.
Maar de Kale wil nog wel een schubbig zijn. En de Kleine kan soms groter worden dan de Wortelende, die niet altijd wortels heeft."
en
"De Wortelende heeft schubjes die enkele millimeters groot zijn en waarvan de randjes iets omhoog komen.
De Kleine heeft aanliggende schubjes die slechts een halve millimeter groot zijn en die omgeven zijn door een lichtere ring."
Merk op dat hij alleen de dunschillige soorten tegenover elkaar plaatst, niet dunschillers en dikhuiden.
Zie ook tabel Veldkenmerken en Bronnen Aardappelbovisten
|
Foto links: Zwaluwenberg, 15 okt 2011 |
Foto rechts: Spoorzicht, 17 okt 2010 |
|
Verwisselbaarheid:
Kleine aardappelbovist is meestal klein. Soms echter worden exemplaren gevonden met een doorsnee van wel 7 cm.
Als ze maar genoeg te eten en te drinken krijgen, dan kunnen ze er wat van.
In Spoorzicht en in het Gooi blijven ze meestal veel kleiner. Anderhalve centimeter doorsnee, meer zal het niet zijn.
Belangrijk, en dat blijkt uit de aardappelbovist sleutel, is de huiddikte. Dat is altijd het eerste wat je doet: hoe dik of hoe dun is de schil.
Het wordt pas echt verwarrend als je daar niet direct op let, en dan probeert soorten uit te sleutelen op basis van andere verschillen.
Kleine aardappelbovist (groot) - Gele aardappelbovist (klein):
- Is er een steel? Gele heeft zelden een steel. Die heeft een insnoering, zoals op de rechter foto
- Verkleurt de huid als je er schubben vanaf krabt? De Kleine kleurt rood, de Gele geel.
De Kleine toont dan een netvormig patroon. De Gele soms ook.
Het exemplaar op de rechterfoto heeft roodverkleuring, maar die is niet veroorzaakt door krabben.
Bovendien is het niet verstandig om op die plek te krabben,
omdat de
Kale aardappelbovist (Scleroderma bovista)
op die plek van zichzelf deze kleur kan tonen, en dat maakt
de verwarring achteraf alleen maar groter.
Krabben doe je altijd bovenop=opzij, ergens aan de rand van de kromming.
Accepteer nooit een aardappelbovist die uit de grond is gehaald,
zoals op de rechterfoto (Spoorzicht, 17 okt 2010): de bedrading zit nog in de grond.
Er is op deze foto niet vast te stellen of er een 'steel' was, hoe lang die was,
of de steel gegroefd-geribd was, en of en hoe lang en van welke kleur de wortelstreng was.
De rechterfoto zegt te weinig over soortspecifieke eigenschappen.
Kleine aardappelbovist (oud) - Kale aardappelbovist(oud):
Beide hebben een dunne schil en kunnen een (pseudo-)steel hebben.
De Kale heeft geen aerolatie (loep 10x),
is gladder met hooguit wat vlakliggende schilvertjes op het bovenvlak (apex)
die soms doen denken aan een pantervelletje, maar het niet zijn,
en de Kleine kan door ouderdom soms wat afgesleten schubjes hebben.
Er bestaan Kale aardappelbovisen die even klein blijven als de Kleine aardappelbovist, en de zelfde grondkleur hebben.
Maar deze Kale aardappelbovisten zijn aan de zijkant ongeschubd, en goed herkenbaar als ze openscheuren.
Oude exemplaren verkleuren meestal niet meer bij beschadiging (door verdroging).
Enig zichtbare verschil is dan het pantervelletje van de Kleine aardappelbovist. Dat wordt veroorzaakt
door de bleekgele randjes om de versleten of verdwenen schubjes. Foto's laten vaak zien dat op dit verschil
niet is scherpgesteld. Bovendien is pantervelletje geen sterk criterium. Wortelende en Uiige aardappelbovist hebben soms
ook bovenop (rond de apex) een soort pantervelletje.
Kleine aardappelbovist (roodverkleurd) - Wortelende aardappelbovist (roodverkleurd):
Kleine en Wortelende aardappelbovist zijn soorten met een dunne schil. De Kleine heeft meestal geen pseudosteel,
de Wortelende meestal wel. Beide kunnen bovenop gaan blozen, door blootstelling aan de lucht, vraatsporen van dieren, e.d.
Beide soorten kunnen bovenop een soort pantervelletje hebben. Kunnen, dus gelukkig niet altijd.
Kaliloog is de snelste manier om de soorten uit elkaar te houden. Anders wordt het eigenschappen tegen elkaar wegstrepen.
|
|
Foto: De Lutte, 3 okt 2011
Deze foto toont het netvormig patroon dat achter blijft als je schubjes verwijdert.
Het gaat om een dikhuid, schilwand 2-3 mm, een taaie huid waarvoor je de duimnagel moet gebruiken,
en flink kracht moet zetten om er een stekeltje uit te breken. Die stekeltejs hebben een piramidale vorm,
en zitten dicht opeen gedrongen. het vruchtlichaam is 1,5-2 cm doorsnee.
Vroeger zou ik zo'n vondst zonder meer Gele aardappelbovist hebben genoemd. (met de doorsnee van een Kleine).
Nu niet meer. Want nu zou ik toch afwegen: Gele of Stekelige? Of fijn mixen: Gele stekelige aardappelbovist?
Deze is net zo klein als een Kleine aardappelbovist, het zelfde maatje, dezelfde kleur bijna. Maar hard.
|
aardappelbovisten (tabellarische veldkenmerken) |
soort | schil-dikte | krabben | snijden | huidkleur | barst | wortel | schubben | grondsoort | boompartner |
Gele | > 1 mm | geel | geel | wittig-bruin | bleek | klein | grofgeschubd | kalkarm zand | eik, berk |
Uiige | > 1 mm | rood | rood | bruin | bleek | zeer variabel | niet tot fijn geschubd | kalkarm zand | onbekend |
Kale | <= 1 mm | bleekgeel | violet | wittig-rood | donker | zeer variabel | schilvers rond apex | zand, humus | gemengd loof, linde |
Kleine | <= 1 mm | rood | violet | gelig-bruin | gelig | klein | <0.5mm, aanliggend, geel omringd | voedselrijk, kalkrijk | eik |
Wortelende | <= 1 mm | rood | violet | grijs-geelbruin | bleek | zeer variabel | >1mm, opstaande randjes | voedselrijk | eik, linde |
Kanttekeningen:
- De vleeskleur van Gele aardappelbovist ervaar ik als wit.
Als je zo'n ding doorsnijdt, ziet het vlees wit, en het verkleurt bij mijn weten ook niet lichtroze
zoals in de Vermeulen-tabel staat, soms wel geel.
Misschien is het botte pech met verdroogde exemplaren Kleine aardappelbovist, want die verkleuren nooit.
Ik heb er de afgelopen weken heel wat doorgesneden, vanwege dit stukje tekst. Waarschijnlijker is dat je
Kleine aardappelbovisten moet zoeken in augustus en september, in plaats van in oktober of later.
|
Biotoop:
Symbiont met eik. Houdt van voedselrijkere bodems. Verdraagt ook goed kalkbodems.
Regio:
Er komen in de regio vier soorten voor:
|
Top
|